Momenteel begeleid ik 2 afstudeerstudenten die druk bezig zijn met ontwikkeling van een softwareplatform op basis van CoDeSys voor motionapplicaties. Tijdens het eerste coachingsgesprek hebben we onder anderen gesproken over de aanpak en de planning. Onze studenten (van de major industriële automatisering bij Avans Hogeschool ‘s-Hertogenbosch) worden ‘opgevoedt’ met GAMP, een gefaseerde aanpak om te komen tot een gevalideerd automatiseringssysteem. GAMP is een projectaanpak gebaseerd op het V-model, een watervalmodel. In het algemeen is het V-model erg geschikt voor technische automatiseringsprojecten: er is van te voren al een heel duidelijk beeld van de eindsituatie…maar niet alles alles staat al vast en er is natuurlijk nog (en soms volop) vrijheid binnen een aantal ontwerpstappen.
Bij het ontwerpproces voor het motion softwareplatform is wel duidelijk dat er ‘iets’ met state machines en een degelijke error handling moet komen, maar ook hier zijn er nog voldoende keuzevrijheden en er moet ook het e.e.a. geleerd worden én ervaring opgedaan worden…
Ik had voorzichtig geopperd om eens te kijken naar andere methode dan de voor hen logische GAMP aanpak. B.v. een interatieve methode i.p.v. de watervalaanpak. Ik had nl enige tijd geleden een discussie met een collega over Agile, en heb zelf wel eens wat facetten van DSDM gebruikt die mogelijk interessant zouden kunnen zijn voor project (o.a. de MoSCoW methode. De studenten hebben het opgepakt, ik ben benieuwd hoe zich dat gaat ontwikkelen…
En nu de verklaring van de titel van deze blog :-). Wat schetst mijn verbazing toen ik als eerste referentie bij het Agile artikel in de Nederlandse Wikipedia de naam van Gerald Weinberg zie opduiken! Jaren geleden heb ik eens een boek van hem geleend: The psychology of computer programming. Een erg interessant boek dat nog steeds erg waardevolle ideeën heeft. Toch bijzonder dat dit boek weer terug kwam bij de moderne inzichten om een software project aan te pakken.